Ton Altena Architect - Oudekamerseweg 22
Ton Altena Architect, voor een persoonlijke vertaling van uw eigen woning - Tonaltena.nl
Ton Altena Architect, voor een persoonlijke vertaling van uw eigen woning
Ton Altena Architect, voor een persoonlijke vertaling van uw eigen woning - Tonaltena.nl
Mei 2013
(Nadat hij aan de Doolman eerst het traditionele en tamelijk versleten huisje van schoonpapa heeft gesloopt om plaats te maken voor een hypermoderne constructie van staal, glas en hout die desalniettemin voortborduurt op de vorm van de Zeeuwse Boerderij; nadat Ton en Jopie daarheen verhuisd zijn)Weg gepotdekselde elementen. Dit is het eenentwintigste-eeuwse huis van zijn dromen. Ton Altena ziet alle reden een eerder standpunt te nuanceren. 'Ok, dat van die jas hou ik staande, maar ik zeg er nu wel bij: je trekt toch liefst een mooie jas aan. Die moet niet alleen warm en comfortabel zijn, maar mag er ook goed uitzien.' Grijnzend: 'Je ziet soms wel mensen in een hermelijnen mantel lopen'. Als pa Koens overlijdt, biedt dat een kans die ze niet willen laten lopen. Ze kunnen het huis aan het schilderachtige weeltje tussen Nisse en Heinkenszand overnemen. 'Wij woonden mooi in Nisse, maar dit is een nog mooiere plek. Kijk eens naar dat uitzicht. Naar dat water. Naar die bomen. Bovendien was het Jopies geboortegrond. En het was voor mij als architect de gelegenheid om ons eigen droomhuis te ontwerpen en te bouwen.' 'Eerder hadden we een bestaand huis naar onze zin verbouwd. Nu konden we iets neerzetten waar we ons echt happy in voelen. We moesten de boel wel slopen, maar dat is met respect gebeurd. We hergebruiken veel materiaal.' Niet voor niets gaat Jopie een tijdje als Bouwvakster door het leven als ze maandenlang - met een hoofddoek op tegen het stof - de stenen van het ouderlijk huis zit af te bikken om er in de nieuwe woning even nostalgische als functionele muurtjes van te kunnen metselen. Deftig gezegd: 'Er is veel terug in het proces gebracht'. Zijn uitgangspunt is dat hij Zeeuws, eigentijds (beter: tijdloos) en duurzaam wil bouwen, maar wel passend in de omgeving. Dat is bijvoorbeeld reden om het hout dat dak en gevels bedekt niet te schilderen. Liever ziet hij dat hout (“waaibomenhout” maar dan gekookt en gebakken om langer mee te gaan!) onder invloed van weer en wind de grijzige kleur aannemen van de vele boomstammen rondom hun huis. 'Daarom heb ik ook geen platte doos willen neerzetten; dit is een omgeving waar een gebouw een dak moet hebben en waar je best naar de boerderijvorm mag kijken als je iets nieuws bouwt.' Dat zie je terug. De vorm is onmiskenbaar, maar verder is haast alles anders dan in de geijkte boeren woning. Twee wanden van driedubbel glas en de houten 'jas' springen het meest in het oog. DΓ© mix van traditioneel en modern. Zoals de gemeente Borsele het wilde. 'Ik ben daar zeker in het begin vaak langs geweest. Ze keurden steeds mijn ontwerpen af. Ik was nog te braaf, vonden ze. Als je het anders wilt, doe dan ook echt iets aparts, zeiden ze.' Zelf zijn ze op hun terrassen (jaja, meervoud) aan het zicht onttrokken door de welig tierende flora die de vrouw met de groene vingers heeft ontfutseld aan de door vader Koens voorbewerkte zanderige maar o zo vruchtbare klei van het oude dijklichaam, maar zij zien, en horen, de voorbijgangers wel. Zo kun je meningen peilen! Soms scheppen de bewoners er dus een genoegen in om vanaf een terras te luisteren naar de commentaren van passanten - en er komen er op dit fraaie kruispunt van dijken en welen heel wat langs. Het is makkelijk meeluisteren. 'Fietsers praten altijd te hard, het zijn net ganzen. En kijken doen ze ook. Er zijn al bijna-ongelukken gebeurd omdat ze meer oog hadden voor ons huis dan voor de weg.' De reacties waaieren alle kanten uit. Van 'net een aquarium' en 'wat een modern ding' via 'grappige schuur' en 'lijkt wel een boerderij' tot de beste die de architect heeft gehoord: 'Er fietste een meisje langs, dat zat te bellen op de fiets terwijl iemand aan de andere kant van de lijn kennelijk vroeg waar ze was. O, zei ze, je weet wel, bij dat watertje waar ze dat mooie huis aan het bouwen zijn.' Jaja, 't is een aparte jas... Toch liegen de roots van de architect niet! Ondanks het verhaal van de hermelijnen mantel is er wel degelijk een uit zijn persoonlijke geschiedenis verklaarbare gerichtheid op de binnenkant.
September 2007
(als hij vertelt over zijn roots)Het naar binnen gerichte moet wel te maken hebben met het ‘meubelnest’ waaruit hij afkomstig is. Pa en ma Altena verhuisden in de jaren vijftig van Zwolle naar Vlissingen, waar zijn vader aan het werk ging als tekenaar van scheepsinterieurs bij De Schelde. Al snel tekende pa ook interieurs voor particulieren en begin jaren zestig vestigde hij een meubelzaak aan de Scheldestraat. De kinderen hielpen mee - meubels wegbrengen, gordijnen ophangen, dat soort klusjes - en ontwikkelden zo een affiniteit met de inrichting van huizen die nooit meer overgaat. Toch moest Ton eerst mts en hts bouwkunde doen voor het kwartje bij hem viel: hij ging de studie interieurarchitect doen aan de kunstacademie in Rotterdam. 'Maar ja, ik kwam helemaal uit de technische hoek. Dat was allemaal heel aards en hier moest ik ineens mijn innerlijke ritme gaan tekenen. Daar had ik wat moeite mee.' Einde studie, start werkzaam leven. 'Ik woonde inmiddels samen met Jopie. Er moest brood op de plank komen. Dan ga je met vallen en opstaan aan het werk. Als aankomend tekenaar mag je niet te kieskeurig zijn.'
Hij werkt eerst bij WTS, de bouwer van het inmiddels door de gemeente Goes alweer verlaten stadskantoor, daarna is constructiebedrijf Archikon aan de beurt, maar al die tijd zit de drang om te ontwerpen, te creëren, hem in het bloed (is hij daarom ook zo'n verwoede hobbykok?). Om zijn scheppingsdrang ooit te gelde te kunnen maken, begint hij de studie architectuur aan de Academie voor Bouwkunst (onderdeel van de Katholieke Leergangen) in Tilburg. Zeven jaar lang. In de avonduren. Hij is er nog trots op. 'Van de 25 studenten die eraan begonnen, bleven er maar vijf of zes over. En ik was als eerste klaar.' De bul schept meteen wel een probleem. Wat nu? 'Je kunt wel dapper een bordje in de tuin zetten met ‘architect’ erop, maar ja, wat levert dat op? In de baan die ik had, kreeg ik als architect te weinig mogelijkheden. Dus heb ik dat bord wel gezet, maar er ander werk naast gezocht.' Hij belandt bij makelaar Sinke Komejan. 'Dat was wel geen architectenwerk, maar van de woninginspecties die ik er moest gaan doen, heb ik wel veel geleerd. Je kwam in huizen van alle leeftijden en je zag hoe daarin gewoond werd. Je stuitte op zaken als roestende radiatoren in toiletten, liggende delen aan de onderkant van een kozijn, die wegrotten. Heel leerzaam voor elke architect, denk ik.'
Maar natuurlijk past docent bouwkunde aan de Hogeschool Zeeland beter in z’n profiel, dus als die kans langskomt, laat Ton Altena hem niet lopen. En intussen beginnen ook de opdrachten voor de dan in Nisse gevestigde architect geleidelijk binnen te lopen. Nieuwbouw en verbouw voor particuliere opdrachtgevers vormt de hoofdmoot, met als opmerkelijkste uitstapje naar de zakenwereld het geprezen ontwerp van boekhandel De Koperen Tuin aan de Keizersdijk in Goes. Hij verheelt niet dat de naam Altena hem in Vlissingen en omgeving werk heeft bezorgd. Hij werkte er onder andere samen met architecten in het Zeeuws Architectuur Forum, wat hem in die contreien een reputatie van modern architect opleverde. 'Het grappige is dat ik tegelijkertijd op de Bevelanden vooral boerderij-achtige huizen ontwierp (zie het aandachttrekkende rijtje in Heinkenszand) en daar dus te boek sta als een klassieke architect. Terwijl ik vind dat die buitenkant 'maar' een jas is. Ik werk altijd vanuit de plattegrond. Je woont in je huis, je kijkt er niet tegenaan. Waar ik op moet letten is dat mensen nergens hun hoofd stoten, niet onnodig trappen moeten lopen of te ver sjouwen met de boodschappen. Daar kijk ik eerst naar. Die buitenkant komt daarna wel. Die jas die je het huis aanmeet, kan met de mode meegaan. Zelf trek je de ene dag ook een strak pak aan en de volgende keer een korte broek. Dat is veranderlijk. Je ziet het aan nieuwbouw in moderne wijken. Stijlen volgen elkaar snel op. Van de hypermoderne Vinex-bouw zijn we nu aanbeland bij de retrostijl, zoals in de Mortiere, die teruggrijpt op de eerste helft van de vorige eeuw, maar dat waait ook weer over. Het zijn golfbewegingen. Als je het zo bekijkt, zie je veel gedateerde bouw. Huizen van twintig jaar oud doen al ouderwets aan. Dat heb je niet zo met die boerderij-achtige woningen, maar het is een nadeel van modieuze architectuur. Daarom pleit ik ervoor de moderne technieken te benutten om zo te bouwen dat je de buitenkant zonder al te grote kosten kunt veranderen: een nieuwe jas aanmeten. Met materiaal en kleur kun je veel doen.'
Moderne technieken; ze zijn wel een apart hoofdstukje waard. Om maar eens een dwarsstraat in te slaan: waarom hebben in de moderne architectuur blokkendozen de plaats ingenomen van huizen met het oude vertrouwde dak? Het antwoord is simpel. Van oudsher is de dakvorm klimatologisch bepaald. In een gebied waar de weerkaarten nogal eens donkerblauw kleuren van de regen, zoekt de mensheid daar beschutting tegen. 'Het traditionele dak was gewoon de beste regenwering. Het water liep eraf. Nee, plat kon niet, want dan stortte het in. Het verschil is: nu kan dat wel, dankzij moderne technieken en materialen. Het schuine dak als waterwering is niet meer nodig. Het is door de techniek steeds makkelijker geworden gebouwen overeind en droog te houden. Je kunt vierkant bouwen en zo meer ruimte scheppen. Alhoewel, het is wel grappig om te constateren dat bewoners van zo’n modern huis de punten onder het dak gaan missen als opbergruimte. Waar laten ze nu hun ski’s, hun schaatsen en meer van zulke spullen? Sommige mensen vragen om een extra kamertje, alleen daarvoor.'
Volgens Ton Altena zijn techniek en materiaal die architecten gebruiken vaak ook bepalend voor het ontwerp waar ze mee op de proppen komen. 'Je kunt iets boetseren van klei, iets in elkaar timmeren met plankjes, aan de tekentafel iets bedenken of het uit de computer halen. Aan het eindresultaat is te zien hoe je het hebt gedaan. Kijk naar al die merkwaardige ronde vormen die je tegenwoordig in gebouwen ziet. Die kunnen we alleen maar ontwerpen met behulp van de computer. Ik heb zoiets eens gedaan op de tekentafel, een heidens karwei. Nu stop je het in een programma op de computer en die draait het er wel uit.' Beschikbaarheid van materiaal ter plaatse is ook zo’n factor. 'In het westen maken we van onze klei baksteentjes, ooit een goede vervanging voor al het hout dat we gebruikten en waar in steden enorme branden door zijn ontstaan.' Nu is er allerhande materiaal - je kunt het zo gek niet bedenken - met even zovele toepassingen, iets wat de architect uit Nisse, zelf niet zo’n ‘baksteenman’, van harte toejuicht. Het stelt hem in staat tot ‘materiaalloos ontwerpen’: het te gebruiken materiaal vul je later in. Zelf woont hij anno 2007 in een van binnen modern huis met een klassieke buitenkant. 'Het kan makkelijk en het contrast is mooi. De opbrengst is dat je van 1 + 1 drie maakt. Het is een meerwaarde die een architect kan leveren. Ik weet wel dat daar wel eens vreemd tegenaan wordt gekeken. Een architect is creatief, ziet gekke dingen, is vaak een voorloper, maar daar staat de nuchterheid tegenover van de uitvoerders die hem zo nodig terug op aarde zetten. Daar moet je altijd naar luisteren, dat is het voordeel van een bouwteam.'
De geboren Vlissinger heeft in Nisse geleerd de zegeningen van het dorp te tellen. 'Ik zou niet meer in de stad willen wonen. De rust die je hier ervaart, zou ik niet kunnen missen. Dat je op enige afstand zit van bepaalde voorzieningen, moet je dan maar voor lief nemen.' Die houding heeft zich ook vertaald in affiniteit met het dorp als bouwlocatie. Het modewoord inbreiden (gaten tussen de bestaande bebouwing opvullen) kan zijn goedkeuring wegdragen, al sluit dat volgens hem uitbreidingen op kleine schaal niet uit. 'Als je maar goed kijkt naar het ritme van een gebied, naar de historie. Hoe groot zijn de huizen, wat is de onderlinge afstand? Denk aan de langskappen (evenwijdig met de straat) die je meestal in dorpen ziet, in tegenstelling tot de kopgevel in de stad. Wie bouwt moet zich ook afvragen: wil ik opvallen of juist opgaan in de omgeving. Architecten willen haast van nature een gebaar maken, maar dat past niet altijd. Een rijtje bejaardenwoninkjes stelt nu eenmaal andere eisen dan de villa van een rijke particulier.' Graag spelend met materialen, in het bijzonder van de muren, moet Ton Altena zich wel eens inhouden. 'Want op papier, dat wil eigenlijk zegen: in de computer, kan tegenwoordig bijna alles. Gekleurde specie? Roept u maar, het kan allemaal. Maar natuurlijk stelt niet iedere opdrachtgever dat op prijs, daar kun je niet omheen. Aan de andere kant: wie het traditioneel wil, krijgt het van mij ook zo traditioneel mogelijk, daar moet je consequent in zijn. Dan komen er ook geknipte voegen.' Wie hem inschakelt, zal uiteraard zijn wensen gehonoreerd zien in een bouwplan. Maar altijd zal er ook de handtekening van Ton Altena onder staan. Dat is de trots van de architect. 'Ik heb wel eens een klant gehad die zelf al een ontwerp had gemaakt en mij vroeg de bouwtekeningen uit te werken. Ik heb het gedaan, maar over het ontwerp viel niet meer te praten. Dat vond ik zeer onbevredigend en dat doe ik dus niet meer. Het moet wel mijn ontwerp zijn.'
Mei 2013
(als hij terugblikt op de verwezenlijking van een wel zeer eigen ontwerp)Waar hij nogal hard tegenaan is gelopen: Met een volle beurs heb je makkelijk praten, als iets de grenzen van de architect bepaalt, is het wel wat het mag kosten. Wie bouwt en kans ziet binnen het budget te blijven, komt in de krant. 'In de praktijk ga je er altijd overheen. Je hebt keuzes tijdens de bouw en de verleiding is groot om voor de mooiste en duurste oplossingen te kiezen. Hier stonden we helemaal voor een onmogelijke opgave. Dit gebouw is duizend kuub groot. Daar rekent een aannemer minstens een half miljoen voor, maar wij hadden drie ton uit te geven. Daarom heeft Jopie zitten bikken. Er is veel materiaal hergebruikt.' 'Ook moet je erg veel zelf doen. Je wilt niet weten hoeveel tijd we hier al in gestoken hebben, al is dat ook niet allemaal winst hoor. Dikwijls werkt een aannemer veel sneller en efficiënter. Je netwerk benutten is ook een vereiste. We hebben bijvoorbeeld voor langere tijd een steiger van een bevriende aannemer kunnen gebruiken. Verder vind ik dat je voor diensten en materiaal maar beter een eerlijke prijs kunt betalen. Ga daar niet te veel mee zitten sjoemelen, dat kan tegen je werken.' Ton Altena heeft zich aan de Doolman kunnen uitleven met allerhande technieken. Als leken in zijn omgeving het beter opnamen, zou hij er niet over uitgepraat raken. Neem de plinten in huize Altena. Geen naar binnen stekende latjes, maar juist in de muur verscholen uitsparinkjes. 'We waren van plan een 'betonlookvloer' te laten leggen. Daarbij werk je met een aluminiumplint waar je de vloer zo tegenaan kunt gieten. En de gipswand valt vervolgens precies op die plint.' De vloer ging wegens kassabodemzichtbaarheid niet door, de bijzondere plinten zijn in het nieuwe huis wel te bewonderen. Ook speciaal is de manier waarop hij het dak zijn houten jas aantrok. Hij bedacht een zwevende constructie die de broodnodige lucht liet tussen de waterwerende kunststof dakbedekking en de latten. Latten trouwens die met hun verschillende lengtes, breedtes en teint een bijzonder patroon vormen. Het grote vlak dat het dak vormt, wordt er aardig mee gebroken. Hun bewuste keuze voor duurzaam en onderhoudsarm is onder andere vertaald in een wand van triple glas. Een meterslange wand. Onderhoudsarm? 'Jazeker. Hier lap je je raam in een klap. Ben je veel vlugger mee klaar dan in een gewoon huis met al die kozijnen.' Energiezuinig? 'Eerst ging ik uit van dubbel glas. Pas later heb ik de overstap gemaakt naar driedubbel en nu mag ik mezelf ervaringsdeskundige noemen. Ik heb nu alleen in het kantoor dubbel glas. Nou, voor daar de lamellen op zaten, was het met de zon erop veel warmer dan in de woonkamer.' De grote glasvlakken zijn er uiteraard voor het uitzicht op de weel, en bang voor warmteverspilling is Ton Altena totaal niet. 'Normaal zijn je ramen op dat punt de zwakste schakel vanwege al die aansluitingen op de kozijnen. Nou die hebben we hier niet. Het is allemaal winst. We hebben een warmtelek gedicht en we hebben geen kozijnen hoeven aanschaffen.' Allemaal winst? 'Nou ja, je hebt wel twintig meter gordijn nodig...'
De architect moet ook toekomstgericht zijn. Denkend over later hoort Ton Altena potentiele kopers beraadslagen over de jas die hij deze woning heeft aangemeten. 'Mocht deze buitenkant ze niet aanstaan, dan kunnen ze die makkelijk aanpassen. Wie dat wil, kan het voor mijn part allemaal potdekselen...' Maar waarom zouden ze verkopen? Het huis is immers ook levensloopbestendig. 'Als we de trap niet meer op kunnen - wat nog wel een tijdje zal duren, want het is een 'luie' trap en een liftje is zo gemaakt -, maar goed, als het niet meer kan, dan kun je hier makkelijk helemaal gelijkvloers wonen. Mijn kantoor, dat ik dan toch niet meer nodig heb, wordt slaapkamer. En je hoeft maar de helft van de schuur op te offeren voor een mooie badkamer. Ja hoor, zo'n compleet woonprogramma voor de begane grond, dat zie ik zo voor me...'
Contact Ton Altena Architect
Address : | Oudekamerseweg 22, 4451 NC Heinkenszand, Netherlands |
Phone : | π +9 |
Postal code : | 4451 |
Website : | http://www.tonaltena.nl/ |
Categories : | |
City : | Heinkenszand |
Write some of your reviews for the company Ton Altena Architect
Your reviews will be very helpful to other customers in finding and evaluating information
Nearby places in the field of Architect,
Nearby places Ton Altena Architect